Kan de maakindustrie al iets met 3D printen?

Additive manufacturing, hoe staat het er nu mee; komt er een industriële doorbraak van het 3D printen; hebben we straks thuis allemaal ons eigen fabriekje op de keukentafel staan? Deze vragen stonden onlangs centraal tijdens het eerste 3D Printing Event, dat eind oktober in een van de vroegere Philipsfabrieken in Eindehoven plaatsvond.

René Groothedde, enkele jaren geleden commissaris-generaal van de CECIMO, tegenwoordig directeur van het RMCenter. Dat wil Het RMCenter een brug slaan tussen de innovatieve technologie en de daadwerkelijke productie in het midden- en kleinbedrijf. Hij gelooft sterk in het 3D printen. Echter nog niet voor de consument die eigen reserveonderdelen print.
Technisch kan er namelijk al veel, maar zo waarschuwt Groothedde, er zijn nog veel andere zaken niet goed geregeld, zoals het eigendomsrecht, wie is verantwoordelijk als consumenten straks hun eigen reserveonderdelen gaan printen, de distributie van CAD-modellen.

‘Willen fabrikanten wel dat consumenten hun eigen onderdelen gaan printen', wierp Groothedde een vraag op tijdens het 3D Printing Event. ‘Het kan big business worden, maar gaan we van magazijnen vol onderdelen naar magazijnen op internet vol met CAD-ontwerpen? Hij adviseert de gebruikers, de bedrijven die nu of in de toekomst additive manufacturing inzetten, wel om nu aan te sluiten bij de wereldwijde discussie over normen en standaarden. ‘Zij hebben daar straks de meeste baat bij.' Want het is niet de vraag of de technologie doorbreekt, maar wanneer.

Matrijzen verbeteren

Antonius Köster is van oorsprong een Duitse matrijzenbouwer. Nu legt hij zich vooral toe op CADCAM dienstverlening aan model- en vormenmakers en op het ontwikkelen van innovatieve 3D printoplossingen, onder andere voor medische toepassingen. ‘Deze technologie gaat richting de productie', zegt Köster, die eveneens op het 3D Printing Event in Eindhoven.
‘De vraag naar gepersonaliseerde producten neemt toe. We gaan de laser en andere rapid manufacturing technieken daadwerkelijk inzetten om werkstukken te maken.' Maar, voegt hij er aan toe, er is nog geen machine die al einddelen kan maken. ‘We moeten altijd nog finishing doen.' Köster vindt dat geen probleem. Met name matrijzenbouwers kunnen met de nieuwe technieken belangrijke voordelen bereiken, doordat ze hiermee op bepaalde punten hun matrijs kunnen verbeteren. Inserts van materiaal dat goed de warmte geleidt, kan een matrijs sneller laten afkoelen, waardoor cyclustijden verkort worden. Het is dan ook een kans.

Ontwikkelfase producten

Darrin Dickinson, sales manager bij Z Corporation (in Nederland vertegenwoordigd door Duoteq), ziet de voordelen van 3D printen nu nog vooral in de ontwikkelfase van productenn. ‘Hoe eerder je fouten in je ontwerpt ontdekt, hoe beter het eindproduct wordt en hoe sneller je je product vervolmaakt hebt.' Klanten als schoenenfabrikant Clarks en routerbouwer Linksys Cisco printen dan ook al hun ontwerpen in kleur op de Z Corp printers. ‘Waar Clarks vroeger 18 tot 20 weken voor nodig had bij de ontwikkeling van nieuwe schoenen daarvoor, heeft men nu 15 dagen nodig.' Dickinson is ervan overtuigd dat deze 3D printtechnologie zich richting de productie beweegt. 


Bron : Franc Coenen